De jongen in de gestreepte pyjama - John Boyne

De jongen in de gestreepte pyjama – John Boyne

 

  1. 1.       Zakelijke gegevens
  2. De titel van het boek is ‘De jongen in de gestreepte pyjama’.
  3.  De auteur is John Boyne. Het boek is vertaald uit het Engels door Jenny de Jonge.
  4.  De uitgever is Arena. Het boek is uitgegeven in 2006. Er zitten 204 bladzijden in het boek.

 

  1. 2.       Samenvatting van het boek

Bruno komt op een dag uit school en ziet allemaal mensen die aan het opruimen zijn en dozen aan het inpakken. Zijn vader heeft een nieuwe baan gekregen van de Furie en dus gaan ze verhuizen. Dat nieuwe huis blijkt niet zo te zijn als Bruna had verwacht. Hun oude huis was heel groot en had veel plekken in het huis die ontdekt moesten worden. Dit huis was oud en lelijk.

Bruno wil terug naar Berlijn, hij mist zijn huis, zijn vrienden eigenlijk alles wel. Hij protesteert en probeert iedereen over te halen maar ze blijven daar in dat lelijke, oude huis. Hij gaat op onderzoek uit, en kijkt of er hier ook wat te ontdekken valt. Dan kijkt hij door het raam in zijn slaapkamer en ziet iets wat er niet heel vrolijk uit ziet. Hij haalt zijn zus erbij, Gretel, ze is 3 jaar ouder en kijken dan samen door het raam. Ze zien heel veel jongens en mannen in gestreepte pyjama’s met een verdrietig gezicht een beetje rondjes lopen. Ze denken dat het een boerderij is maar vinden het wel heel raar dat ze geen dieren zien. Ook was het vreemd dat ze allemaal in die gestreepte pyjama’s lopen en de soldaten tegen hun schreeuwden en hun zelfs sloegen. Het zag er niet leuk uit.

Na een tijdje begint Bruno al te wennen aan zijn situatie. Hij is er wel achtergekomen dat vader en moeder toch niet over te halen zijn. Daarom zoekt hij steun bij het dienstmeisje Maria die altijd heel aardig voor hem is geweest. Met haar kan hij wel eens praten over vader en luitenant Kotler waar Gretel zo gek op is en hij zo’n hekel aan heeft. Maar Gretel is gewoon een hopeloos geval die alleen maar aandacht wil. Bruno is een beetje bang voor Kotler omdat die je zo doordringend aan kan kijken en hij doet altijd net of Bruno een kindje is. En dat vindt hij vreselijk. Ook doet de luitenant heel lelijk tegen allemaal aardige mensen. Bijvoorbeeld Pavel, de hulp in huis die altijd voor hen kookt en Bruno een keer heeft geholpen toen hij heel hard van de schommel gevallen was. Toen heeft Pavel de wond schoongemaakt en er een pleister op gedaan. Daar is Bruno hem nog steeds dankbaar voor. Hij had namelijk wel dood kunnen bloeden.

Op een dag herinnert Bruno zich dat hij zo graag op ontdekkingsreis ging, en aangezien er in het huis niet veel te ontdekken viel ging hij naar buiten. Hij liep uren langs het hek, almaar verder. Er leek geen eind aan te komen; en net toen hij besloot om maar weer terug te gaan zag hij in de verte een stip die langzamerhand een jongen werd. En dat was het begin van de bijzondere vriendschap tussen Bruno en Shmuel uit het kamp. Totaal verschillend, Shmuel die honger leed en in het kamp woonde, en Bruno die alles had wat hij nodig had, maar toch verbonden met elkaar. Het rare was namelijk dat ze allebei op 15 april 1934 geboren zijn.

Bruno is erg nieuwsgierig naar hoe het is aan de andere kant van het hek.. Shmuel zegt dat het niet leuk is maar dat gelooft hij niet. Bruno heeft hier geen vriendjes, en Shmuel wel.

Voortaan gaat Bruno minimaal een keer per week naar het hek toe om te praten met Shmuel. Vaak neemt hij wat eten mee want Shmuel is erg mager. Maar het is zo ver lopen, en vaak heeft hij het dan zelf al opgegeten. Ze praten over van alles en ze vinden het altijd erg leuk.

Als op een dag de Furie( zo noemen ze Hitler in het boek) bij hun komt eten moet alles helemaal inp in orde worden gemaakt. Iedereen in huis helpt hard mee, en als Bruno in de keuken komt ziet hij tot zijn grote verbazing Shmuel daar zitten. Hij moet glazen poetsen omdat hij zulke dunne vingers heeft. Bruno heeft erg trek en pakt uit de koelkast een stuk kip. Hij geeft Shmuel ook wat die scheel ziet van de honger. Eerst weigert hij nog, omdat luitenant Kotler het verboden heeft. Maar uiteindelijk pakt hij het toch aan en duwt het in één keer in zijn mond. Luitenant Kotler komt er toch achter. En als Bruno later Shmuel weer opzoekt bij hun vaste stekkie zit hij onder de blauwe plekken. Maar hij wil er niet over praten. En zo gaat het allemaal een beetje door. Ze zoeken elkaar op, praten met elkaar en gaan weer terug.

Bruno’s ouders hebben regelmatig ruzie over de situatie waarin ze nu verkeren. Moeder en Gretel voelen zich eenzaam en missen hun vrienden uit Berlijn. Bruno heeft natuurlijk Shmuel maar dat kan hij niet zeggen. En als vader op een dag meedeelt dat ze terug gaan naar Berlijn is Bruno daar niet echt blij mee. Vader zal in Oudwis blijven. Natuurlijk miste Bruno zijn vrienden wel, maar zijn vriendschap tussen Shmuel en hem was gewoon zo bijzonder...
Hij ziet er dan ook erg tegenop om het te gaan vertellen tegen Shmuel. Bruno verteld het en zegt ook dat hij heel graag een keer aan de andere kant van het hek wil komen kijken, dus waar Shmuel woont. Ook al heeft Shmuel al heel vaak gezegd dat het daar helemaal niet leuk is, Bruno kan dat niet geloven. En daarom spreken ze af dat Shmuel de volgende dag een gestreepte pyjama mee zal nemen voor hem zodat hij niet herkend kan worden. Ze lijken namelijk heel veel op elkaar aangezien Bruno net zo’n kaalgeschoren hoofd heeft als Shmuel. Dit in verband met luizen. Als daar dan eindelijk het moment aanbreekt gaan ze samen op pad. Hun doel is om de vader van Shmuel te gaan zoeken. Die plotseling verdwenen is. Volgens Bruno moet dat niet moeilijk zijn. Misschien heeft hij wel een dag vrij genomen van zijn werk of moest hij in een andere stad overwerken en de post werkt niet zo goed, dus ja. Maar Shmuel gelooft het niet echt. Aangestoken door Bruno’s enthousiasme gaan ze vol goede moed op stap. Ze lopen door het kamp, en terwijl Bruno zich verbaasd over de toch wel armoedige omstandigheden legt Shmuel het een en ander uit. Nee, Bruno had zich toch wel wat anders voorgesteld. Hij zegt daarom ook dat hij beter maar naar huis kan gaan. Nog voordat dat Shmuel daarop kan antwoorden komen er ineens soldaten aan die de mensen bij elkaar drijven en omsingelen. Ze moesten misschien wel op mars, dacht Shmuel angstig. En Bruno begon zich toch wel zorgen te maken omdat hij op tijd thuis moest zijn. Ze aten lekker vlees en het begon te regenen. Maar hij moest wel meelopen anders werden de soldaten boos. Met de stroom mensen mee liepen ze een gebouw binnen. Dat is ook het einde van de bijzondere vriendschap tussen Bruno en Shmuel.

Bruno’s vader vindt zijn kleren bij het hek en het gat daarin waar Bruno doorheen is gekomen. Daardoor vermoedt hij hoe Bruno aan zijn einde is gekomen. Met hem loopt het ook slecht af. Hij wordt opgepakt door soldaten en het kan hem niks meer schelen.

 

  1. 3.       Over de auteur

 

John Boyne is een Ierse schrijver die in 1971 in Dublin is geboren. Hij studeerde Engelse literatuur aan het Trinity College in Dublin en Creatief Schrijven aan de University of East Anglia in Noorwegen.

Aan het begin van zijn carrière schreef hij vooral korte verhalen. Zijn eerste verhaal was ‘The Entertainments Jar’ (deze is niet in het Nederlands verschenen). Hiervoor was hij genomineerd voor de Hennessy Literary Award in Ierland.

Daarop volgden nog ongeveer 70 andere korte verhalen. 

Later begon hij romans en kinderboeken te schrijven.

‘De jongen in de gestreepte pyjama’ is een van zijn jongerenromans. Hij schreef deze in 2006 en is in 2008 verfilmd. De film heeft veel prijzen gewonnen. Het boek zelf heeft twee Ierse prijzen gewonnen.

De romans van John Boyne zijn vertaald in 46 talen en hij heeft er veel succes mee. In totaal heeft hij elf boeken geschreven.

Het laatste boek dat hij heeft geschreven is een kinderboek dat in augustus 2012 is uitgekomen in Engeland, deze heet ‘The terrible thing that happened to Barnaby Brocket’.

In juli 2013 wordt een nieuwe roman, ‘This house is haunted’, uitgegeven.

 

 

  1. 4.       Over het boek
  2. Je ziet twee jongetjes zitten, de een aan de ene kant en de ander aan de andere kant. Er zit een hek tussen, dat is de omheining van het concentratiekamp. Het ene jongetje woont in dat kamp en draagt net als al die andere mensen in dat kamp gestreepte kleding. Het andere jongentje woont naast het concentratiekamp en draagt alledaagse kleding.
  3. Het boek is opgedragen aan Jamie Lynch. Dat is het neefje van John Boyne en was de eerste die het boek heeft gelezen.
  4. - In hun oude huis in Berlijn. Daar woonde Bruno zijn hele leven totdat ze naar hun nieuwe huis verhuisden.

- In hun nieuwe huis in Auschwitz. Waar Bruno, Schmuel ontmoet.

- Voornamelijk bij het hek aan de rand van het concentratiekamp. Waar hij altijd praatte met Schmuel.

  1. Het boek is vanuit het perspectief van Bruno geschreven. Omdat er op de voet wordt gevolgd wat hij doet en denkt en ergens van vindt. Het is makkelijk te lezen doordat Bruno nog niet alle woorden kan uitspreken, zoals: Oudwis ipv Auschwitz.
  2. Het is een open einde, je kunt zelf wel nagaan hoe het is afgelopen. Je denkt erover na.

 

5. Leeservaringen

  • Spreekt het onderwerp van het verhaal je aan of niet? Hoe komt dat?

Ja, het is over de geschiedenis. Er wordt goed duidelijk gemaakt hoe het in de oorlog ging en hoe een kind dat beleeft.

  • Heeft het verhaal je nieuwe kanten van het onderwerp laten zien?

Ja, eigenlijk wel. Hoe het is om in de oorlog te leven.

  • Is het uitgekomen wat je van tevoren van het verhaal verwachtte?

Nee, het had echt een schokkend einde. Maar wel een mooi einde. Je verwachtte het niet.

  • Ben je door het lezen of bekijken van het verhaal anders over het onderwerp gaan denken?

Ja, ik begrijp nu hoe het is om in de oorlog te leven.

  • Is het onderwerp verrassend uitgewerkt of behoorlijk voorspelbaar?

Het was een verrassend onderwerp. Je verwachte het niet allemaal.

  • Bevat het verhaal genoeg gebeurtenissen om je te blijven boeien?

Nee, het was vaak hetzelfde. Hij ging steeds naar het hek en weer terug. Maar doordat het verhaal over de oorlog ging en het onderwerp mij aansprak bleef het mij wel boeien.

  • Zit er genoeg tempo in het verhaal of valt het af en toe stil?

       Er zit wel genoeg tempo in het verhaal, het viel niet stil.

  • Zijn de gebeurtenissen geloofwaardig en waarschijnlijk?

Het was heel geloofwaardig, het verhaal zou echt gebeurd kunnen zijn.

  • Zijn de gebeurtenissen herkenbaar?

Nee, want ik leef en heb nooit in een oorlog geleefd. Ik herken er dus niks van. Natuurlijk heb ik wel eens andere verhalen over de oorlog gelezen en begrijp het daardoor wel beter.

  • Heb je zelf wel eens iets meegemaakt wat lijkt op de gebeurtenissen in het verhaal? Gaat het daardoor meer voor je leven, krijgt het daardoor meer betekenis of juist niet?

Nee, ik heb nooit zoiets meegemaakt als in het boek. Maar daardoor blijft het juist boeien omdat je zelf wel wil weten hoe het dan is.

  • Kun je je goed verplaatsen in de problemen en gedachtewereld van de verhaalpersonen?

Ja, ik begrijp omdat hij daar geen vrienden had. Dat je wel iemand wil hebben om mee te praten/spelen enz.

  • Heeft één van de verhaalpersonen je beïnvloed? Zo ja, in welk opzicht?

Nee, het verhaal heeft me wel geraakt. Maar geen van de verhaalpersonen heeft me beïnvloed.

  • Heeft het gedrag, een uitspraak of een gedachte van een van de personages je aan het denken gezet?

Ja, het heeft me aan het denken gezet. Hoe erg het in de oorlog voor de joden wel niet was.

  • Kom je genoeg van de personages te weten om hun gedrag te kunnen begrijpen?

       Ja, je komt veel over het gedrag van het personage Bruno. De andere personages zijn vooral                     stereotypes.

  • Moet je zelf veel invullen over het innerlijk van de personages? Begrijp je ze goed of juist niet? Waar ligt dat volgens jou aan?

Bruno begrijp je heel goed omdat hij nog een kind is en je weet hoe kinderen denken. Het verhaal is ook uit zijn perspectief geschreven.

  • Vindt je dat de gebeurtenissen logisch op elkaar volgen?

Ja, de gebeurtenissen volgen logisch achter elkaar.

  • Is het verhaal spannend opgebouwd? Wat maakt het wel of niet spannend?

Het verhaal is niet heel spannend. Het word wel spannend als Bruno met Schmuel mee gaat kijken in het concentratiekamp.

  • Bevat het verhaal tijdsprongen en terugblikken die het verhaal interessanter of juist onnodig ingewikkeld maken?

Nee, er zitten nauwelijks tijdsprongen en terugblikken in het verhaal.

  • Heeft het verhaal een slot dat goed past bij de beschreven gebeurtenissen? Vind je dit een plezierig slot? Hoe komt dat?

Het was een schokkend einde, maar ook een heel mooi einde.

  • Vind je het verhaal lastig of makkelijk om te lezen? Heeft het taalgebruik hier mee te maken?

Het was goed taalgebruik. Het is goed te lezen door jongeren.

  • Zijn de zinnen goed te lezen en bevat het verhaal weinig moeilijke woorden of juist niet?

Er zitten geen moeilijke zinnen of woorden in die ik niet begreep. De zinnen zijn duidelijk.

  • Zitten er veel dialogen in het verhaal? Vindt je dat plezierig of juist niet?

Er waren veel dialogen over het gesprek tussen Bruno en Schmuel als ze aan het hek zaten.

 

6.Verwerkingsopdracht

Hieronder een fotocollage over het verhaal:

 

Dit is de voorkant van het boek.

 

Dit is Bruno, de hoofdpersoon van het verhaal.            Hier schommelde Bruno altijd, in de achtertuin.

 

 

 

 

 

Hier zie je Bruno en Schmuel praten met elkaar.

 

Dit is de schrijver van het boek.

 

Dit is Auschwitz, het concentratiekamp.