Sterke schouders - Hanneke de Jong

Sterke schouders – Hanneke de Jong

  1. 1.       Zakelijke gegevens
  2. De titel van het boek is ‘Sterke schouders’. Het boek is vertaald uit het Fries. Daar heet het boek ‘Sterke skouders’.
  3.  De auteur is Hanneke de Jong.
  4.  De uitgever is Van Goor. Het boek is uitgegeven in 2005. Er zitten 156 bladzijden in het boek.

 

  1. 2.       Samenvatting van het boek

 

Willem woont al een hele tijd niet meer bij zijn ouders, omdat hij op het vasteland naar de middelbare school gaat. Hij woont bij zijn oom en tante op het vasteland, terwijl zijn ouders nog op Texel wonen. Hij is al lange tijd niet meer op Texel geweest en bezoekt zijn ouders nooit. Door wat omstandigheden kon hij daar toen hij kind was niet blijven wonen. Hij ging naar zijn oom en tante. Maar als zijn zusje ook bij zijn oom en tante komt wonen omdat ze daar naar school gaat wil hij de antwoorden op de vragen die alsmaar door zijn hoofd gaan. Wat is er gebeurd? Waar is het misgegaan? Waarom moest hij bij zijn tante en oom komen wonen? Waarom komen er steeds van die beelden van vroeger in zijn hoofd? En waarom kan hij zijn vader niet uitstaan?

 

Willem wil graag weten wat er vroeger allemaal is gebeurd. Hij wil zijn vader nooit zien en als zijn moeder eens langskomt is hij het liefst niet thuis. Door beelden die Willem in zijn hoofd ziet, herinnert hij zich verschillende stukken van wat er vroeger in zijn gezin en in zijn dorp wel niet allemaal is gebeurd.
Na een mislukt afspraakje, komt hij Marij tegen, een lief meisje op wie hij verliefd is. Hij wordt ook bevriend met Liban, een asielzoeker die bij hem op school zit. Ze zitten allebei bij Willem in de klas. Hij wordt met beide hele goede vrienden, ze kunnen alles met elkaar.
Wanneer Willems vader, die fotograaf is, zijn eerste fotoboek presenteert, met oude foto's van zijn moeder en hemzelf, nodigt hij Willem uit. Maar Willem komt niet opdagen. Ergens diep van binnen wil hij niet en hij heeft ook nog eens zijn eerste echte afspraakje met Marij. Aan het einde van het afspraakje verteld hij Marij waar hij eigenlijk had moeten zijn die avond. Als Marij dit hoort wordt ze een beetje boos, Willem had gewoon moeten gaan. Dan hadden ze wel een andere keer dat afspraakje gepland. Als later ook nog blijkt dat Willem het eerste exemplaar van het fotoboek zou krijgen en dat het ook nog over hem ging, heeft hij spijt dat hij niet is gekomen. Gepusht door Marij en vooral door Liban gaat hij de volgende dag dan ook eindelijk naar Texel.
Daar heeft zijn vader op gewacht, hij praat lang met Willem en legt alles uit over wat er vroeger nou eigenlijk allemaal is gebeurd. Hij was ooit een leraar, maar was te zwak om de leerlingen in bedwang te houden. De leerlingen waren hem de baas. Ze pestten hem zelfs buiten school en pakten de leraar op zijn zwakste punt. Dat was zijn familie. Willem werd hier de dupe van en iedereen in het dorp negeerde de familie. De vriendjes van Willem wilden zijn vriendjes niet meer zijn. De buren wilden niets meer van ze weten, de vrienden en kennissen van vader en moeder spraken nooit meer af en kwamen nooit meer op bezoek. Alle mensen waar ze mee om gingen, lieten niks meer van zich horen. Het was een moeilijke periode voor het gezin. Ze verloren zo'n beetje alles wat ze bezaten. En Willem werd steeds zieker en moest telkens kotsen. Er werd zelfs door de dokter geadviseerd dat hij beter een tijdje ergens anders kon wonen. Om op te knappen en weer wat weerstand te hebben. Ze besloten hem naar zijn oom en tante aan wal te brengen. Daar zou hij opknappen en naar school gaan. Het viel vader en vooral moeder heel zwaar om hun eigen kind weg te sturen.

Nu Willem het hele verhaal weet, kan hij weer verder met leven. Het zat hem erg dwars en is opgelucht het hele verhaal nu eindelijk te weten. Na al die jaren.

 

 

  1. 3.       Over de auteur

 

 


Op 18 juni 1952 ben ik geboren in Oldetrijne, een dorpje vlakbij Wolvega in Zuid-Friesland. Ik groeide op in Sint Nicolaasga. Ik wilde – later als ik groot was – voor de klas staan. Net als mijn vader. Dat heb ik ook gedaan. Eerst heb ik les gegeven in het basisonderwijs en nadat ik kinderen kreeg in het voortgezet onderwijs.
Nu schrijf ik veel – voornamelijk kinder- en jeugdboeken. Meestal schrijf ik ze in het Fries en vertaal ik ze daarna naar het Nederlands. Soms wil het absoluut niet, soms gaat het moeiteloos en schrijf ik ‘op vleugeltjes’. Heerlijk om te doen!
In de tijd dat de kinderen - twee jongens en een meisje - opgroeiden, viel het niet altijd mee om thuis te schrijven. Sinds die tijd schrijf ik 's zomers in een stacaravan in Gaasterland. De kinderen zijn inmiddels de deur uit en getrouwd of ze wonen samen, maar ik ga nog altijd naar Gaasterland om te schrijven. Sinds kort ben ik oma. Misschien dat dit kleinkind me ook nog wel eens op een idee brengt!

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Het Fries is de taal waarin ik lezen en schrijven heb geleerd, waarin ik het meest denk en droom. Het is ook de taal van mijn gevoel. Bij het vertalen van een tekst naar het Nederlands merk ik dat ik meer afstand neem. Als ik een boek van mij in het Nederlands zie, ben ik altijd een beetje verbaasd. Heb ik dat geschreven?
Het is heel handig als je twee talen tot je beschikking hebt. Soms weet ik een woord niet in het Fries maar wel in het Nederlands. Een volgende keer kan ik het beter in het Fries onder woorden brengen. Dan wordt het mij in de andere taal duidelijk wat ik eigenlijk bedoel.

 

 

  1. 4.       Over het boek
  2. Op de voorkant van het boek zie je een jongen op het strand aan zee. Heeft geen bovenkleding aan, je ziet hem van de achterkant. Hij loopt daar om naar de andere kant van de zee te kijken, daar ligt Texel. Daar zijn zijn ouders en zijn herinneringen. Je ziet zijn rug en schouders. Sterke schouders. Zo heet het boek, en dat gaat over hem.
  3. Het boek is opgedragen aan Menno en Lykele. Ik heb gezocht op internet, wie die personen zijn. Maar heb het niet kunnen vinden.
  4. Het speelt zich af op het vasteland. Aan wal. En op Texel. Willem is geboren op Texel en is naar zijn oom en tante aan wal verhuisd. Hij is daar bij in huis komen wonen. De schrijver heeft hier waarschijnlijk voor gekozen omdat ze zelf ook daar uit de buurt komt en Fries is.
  5. Het boek is vanuit het perspectief van Willem geschreven. Maar er zijn ook telkens stukken tekst die gaan over vroeger. Dat zijn de beelden die Willem weer herinnert. Die gaan over een klein jongetje, Willem is dat kleine jongetje.
  6. Het is een open einde, je kunt er zelf een verhaal achteraan verzinnen.

 

  1. 5.       Leeservaringen
  • Spreekt het onderwerp van het verhaal je aan of niet? Hoe komt dat?

Ja, ik vind het een leuk onderwerp. Omdat het heel realistisch is. Daar houd ik meer van dan fantasieverhalen.

  • Heeft het verhaal je nieuwe kanten van het onderwerp laten zien?

Ja, hoe het is om zonder je ouders te wonen. Het lijkt alsof je in een gastgezin bent zeg maar.

  • Is het uitgekomen wat je van tevoren van het verhaal verwachtte?

Ja, ik verwachtte dat hij weer naar Texel zou gaan en het hele verleden uitgelegd zou krijgen. Dat is ook gebeurd.

  • Ben je door het lezen of bekijken van het verhaal anders over het onderwerp gaan denken?

Nee, niet echt eigenlijk.

  • Is het onderwerp verrassend uitgewerkt of behoorlijk voorspelbaar?

Het was behoorlijk voorspelbaar. Je kon wel een beetje nagaan hoe het af zou lopen.

  • Bevat het verhaal genoeg gebeurtenissen om je te blijven boeien?

Ja en nee, de ene keer waren er veel gebeurtenissen en de andere keer heel weinig. Dat was heel afwisselend.

  • Zit er genoeg tempo in het verhaal of valt het af en toe stil?

Er zit wel genoeg tempo in het verhaal, het viel niet stil.

  • Zijn de gebeurtenissen geloofwaardig en waarschijnlijk?

Het was heel geloofwaardig, het verhaal zou echt gebeurd kunnen zijn.

  • Zijn de gebeurtenissen herkenbaar?

Nee, want ik woon gewoon bij mijn ouders en niet bij mijn oom en tante. Ik heb ook contact met mijn ouders.

  • Heb je zelf wel eens iets meegemaakt wat lijkt op de gebeurtenissen in het verhaal? Gaat het daardoor meer voor je leven, krijgt het daardoor meer betekenis of juist niet?

Nee, ik heb nooit zoiets meegemaakt als in het boek. Maar daardoor is het juist wel interessant.

  • Kun je je goed verplaatsen in de problemen en gedachtewereld van de verhaalpersonen?

Nee, niet heel goed. Ik weet niet hoe het is om je ouders nauwelijks te zien/spreken en er niet bij in huis te wonen.

  • Heeft één van de verhaalpersonen je beïnvloed? Zo ja, in welk opzicht?

Nee, geen van de verhaalpersonen heeft mij beïnvloed.

  • Heeft het gedrag, een uitspraak of een gedachte van een van de personages je aan het denken gezet?

Ja, waarom hij niet eerder terug ging naar Texel om zijn verleden te weten te komen.

  • Kom je genoeg van de personages te weten om hun gedrag te kunnen begrijpen?

Ja, wel van Willem. De rest zijn stereotypes.

  • Moet je zelf veel invullen over het innerlijk van de personages? Begrijp je ze goed of juist niet? Waar ligt dat volgens jou aan?

Nee, ik hoefde weinig/bijna niks in te vullen over het innerlijk van de personages. Ik begreep ze goed. Alles was duidelijk, makkelijk taalgebruik enz.

  • Vindt je dat de gebeurtenissen logisch op elkaar volgen?

Ja, de gebeurtenissen volgen logisch op elkaar.

  • Is het verhaal spannend opgebouwd? Wat maakt het wel of niet spannend?

Het verhaal is totaal niet spannend. Dat komt door het normale schoolleven dat er bij in zit. Dat leven heb ik zelf ook, en dat ken je wel.

  • Bevat het verhaal tijdsprongen en terugblikken die het verhaal interessanter of juist onnodig ingewikkeld maken?

Ja, er zitten heel veel stukken tekst over vroeger in. Die stukken hadden een ander lettertype en waren dus goed te herkennen. Het werd er wel iets interessanter door.

  • Heeft het verhaal een slot dat goed past bij de beschreven gebeurtenissen? Vind je dit een plezierig slot? Hoe komt dat?

Ja, het is een goed en duidelijk einde. Het komt uiteindelijk allemaal goed. En Willem heeft een leuk leven en kent nu zijn verleden.

  • Vind je het verhaal lastig of makkelijk om te lezen? Heeft het taalgebruik hier mee te maken?

Het was goed taalgebruik. Het is goed te lezen door jongeren.

  • Zijn de zinnen goed te lezen en bevat het verhaal weinig moeilijke woorden of juist niet?

Er zitten geen moeilijke zinnen of woorden in die ik niet begreep. De zinnen zijn duidelijk.

  • Zitten er veel dialogen in het verhaal? Vindt je dat plezierig of juist niet?

Er zaten wel dialogen in, niet te veel en niet te weinig. Dat vind ik juist wel leuk om te lezen.

 

  1. 6.       Verwerkingsopdracht

Beschrijf wat het probleem van de hoofdpersoon is, hoe deze in de loop van het verhaal verandert en hoe het staat met dit probleem aan het eind van het verhaal.

Willem is de hoofdpersoon. Willem woont nu bij zijn oom en tante aan wal. Zijn zusje Jaike is er ook bij inkomen wonen en hun nichtje Brenda woont er ook. Maar Willem weet eigenlijk niet eens waarom hij vroeger door zijn ouders is weggestuurd naar zijn oom en tante. Hij woonde op Texel samen met zijn ouders en zusje.

In de loop van het verhaal krijgt hij telkens kleine stukjes en beelden in zijn hoofd, hij ziet alles voor zich en herinnert zich veel meer over vroeger. Hij heeft veel vragen over vroeger en zou ze graag willen stellen. Maar hij durft het niet. Hij is al lang niet meer op Texel geweest. Uiteindelijk gaat hij toch en komt zijn hele verleden te weten. Hij krijgt antwoorden op al zijn vragen.

Aan het eind van het verhaal weet hij waarom hij naar zijn oom en tante is verhuisd, wat er vroeger is gebeurd. Hij weet alles over zijn verleden. Hij kan nu gerust leven zonder vraagtekens.

Bovenkant formulier

Onderkant formulier

Maak jouw eigen website met JouwWeb